HET ONDERHOUD VAN DE TAPPEN EN KURK-RINGEN
Wat moet je doen als een van de kurkringen van je blokfluit los gaat zitten of kapot is? Als de kurkring om de tap slijt en kapot gaat dan kun je hem beter verwijderen en vervangen door garen. De fabrikant gebruikt namelijk alleen maar kurk omdat dat goedkoper is aan te brengen dan een wikkeling van garen.
Als de kurkring om een tap door het vele gebruik te dun is geworden dan gaat het deel van de fluit dat daar overheen schuift te los zitten. Dit probleem is op de volgende manier nog enigszins te verhelpen.
Veel reparateurs gebruiken contactlijm om de kurkringen vast te lijmen. Als de kurk los gaat zitten en het heeft nog de goede vorm, dan zou je dit ook kunnen proberen. Als er echter stukjes kurk ontbreken of als de kurk vervormd is dan kun je de kurk en lijmresten met een mesje wegkrabben en er draad omheen winden. Gebruik altijd garen dat slijtvast is, b.v. knoopsgatgaren of polyester siersteekgaren, verkrijgbaar in vrolijke kleurtjes bij de HEMA. Je blokfluit is dan duidelijk herkenbaar, maar er is niemand die dat ooit zal zien, behalve jij zelf. De draad hoeft niet aan de blokfluit te worden vastgeknoopt; een paar strakke windingen over het einde van de draad voorkomen dat hij wegglijdt. Wind daarna een paar lagen draad om de tap en controleer daarbij af en toe dat de blokfluitonderdelen nog in elkaar geschoven kunnen worden. Als het uiteinde nauwsluitend, maar niet te strak past, breek dan de draad af en wind het eindje gewoon verder om de tap. Je kunt de draad nu insmeren met tappenvet. Dit zorgt ervoor dat de draad op zijn plaats blijft en dat de onderdelen gemakkelijker over elkaar glijden.
Een van de voordelen van het gebruik van draad is dat als de verbinding te los gaat zitten, je er gewoon wat meer daad omheen kunt winden en als de verbinding te strak wordt, je er gewoon een laagje draad af kunt halen. Er is literatuur uit de 18de eeuw bekend waarin geadviseerd wordt om het begin van de draad op de tap vast te zetten met bijvoorbeeld zegellak. Het is namelijk frustrerend om te merken dat je de onderdelen niet los kunt krijgen omdat de draadwinding meedraait met het onderdeel dat je er vanaf probeert te draaien.
Een andere handige methode voor het aanbrengen en vastzetten van de draad is de volgende: houd de fluit in je linkerhand steek het uiteinde van het garen in de boring van de fluit. Leg een lus over de tap heen en houd deze lus met je linkerduim vast. Ga nu met je rechterhand garen over de tap (en dus ook over de lus) wikkelen. Doe dit losjes en slordig, zodat de wikkeling door de vele kruisingen van de draad meer veerkracht krijgt. Als de tap nagenoeg past dan leg je er nog één serie goed strakke wikkelingen omheen. Deze strakke wikkelingen snijden namelijk in de veerkrachtige onderlaag. Daardoor zit deze goed vast en bovendien, áls er draden doorslijten, dan zullen dat waarschijnlijk niet de laatste, strakke wikkels zijn, zodat de wikkeling zelfs dan op zijn plaats blijft. Knip het garen af en steek dit einde door de lus die je met je linker duim nog steeds vasthoudt. Haal nu de begindraad uit de boring en trek hieraan, waardoor de lus, samen met de einddraad, onder de wikkeling komt te zitten. Knip nu de uitstekende draden bij de rand van de wikkeling af.
Tappenvet is een mengsel van zuurvrije vaseline en stearine (kaarsvet). Je maakt het door een pot zuurvrije vaseline au bain-marie op te warmen. Als het volledig vloeibaar en helder is geworden dan houd je er een stearinekaars in zodat deze langzaam smelt en zich met de vaseline vermengt. Ga hiermee door totdat er circa 10% meer vloeistof is ontstaan. Daarna laat je het mengsel afkoelen en hard worden.
Daniëlle Janssen heeft haar ervaringen met het zelf maken van tappenvet voor ons opgeschreven. |