HET KNIEGAT en HET OOIEVAARS-STANDJE
Het gaat zo: eerst pak je de greep voor de hoge G: / 1-3 4-6/ (oftewel: 0half 1346 7half), dan til je je been op en zet je de onderkant van het onderstuk van de blokfluit, waar het boorgat uitkomt, tegen je knie. Het resultaat is een redelijk klinkende fis en een raar uitziende manier van blokfluit spelen.
Ik heb ontdekt dat, als je zit, en de enkel van je ene been op de knie van je andere been rust, het boorgat van de altblokfluit slechts een klein stukje verwijderd is van het bovenste been. Het vereist dan maar een kleine beweging van het been om het boorgat af te sluiten. Sommigen zullen misschien bezwaar maken tegen zo’n achteloze zithouding, maar het lijkt mij niet slechter dan de flamingo-houding terwijl je staat en het lijkt me bovendien veel veiliger (voor je tanden).
Ik vind het veiliger om de blokfluit naar mijn knie te brengen, dus sla ik een paar maten voor het zover is mijn benen over elkaar, hoewel ik me er van bewust ben dat deze houding minder elegant overkomt als je hem bij een sopraan of een sopranino moet toepassen, omdat je dan nogal ver voorover moet buigen.
Als ik sta dan gebruik ik een gitaarstoel op zijn hoogste stand, waar ik mijn voet op zet om mijn knie ver genoeg omhoog te brengen. En als ik vergeten ben deze mee te brengen dan gebruik ik een stoel of een ander voorwerp dat geschikt is.
Ik denk altijd van tevoren na over wat ik zal dragen als ik een voorstelling moet geven waar ook hoge noten zoals een fis in zitten – het materiaal moet vlak genoeg zijn om een goede afsluiting van het kniegat te kunnen garanderen – corduroy is dus uitgesloten.
Bij een uitvoering van een Ierse volksband zag ik eens een blazer die een leren lap om zijn been had geslagen. Daarmee is hij dus niet langer afhankelijk van de stofsoort van de kleren die hij draagt. |